Voor zij die houden van dit licht wisselvallig Belgenweer met temperaturen net boven 20 graden en af en toe een bui is het smullen geblazen, voor de anderen is het nog steeds turen naar de horizon op zoek naar beterschap.
Wanneer we een zomerse periode voor het gemak even definiëren als een stabiele situatie (van minstens een dag of 5) met maxima rond of boven 25 graden en een overwicht aan zon, dan zit dat er nog niet in tot Maria Hemelvaart. Op het kaartje hiernaast met de gemiddelde temperatuurafwijking voor de komende 7 dagen (berekening van het Amerikaanse weermodel GFS) is te zien dat het kwik over West-Europa ondermaats zal blijven. Te warm blijft het over het Iberisch schiereiland, het zuiden van Frankrijk en Zuidoost-Europa en westelijk Rusland.
Het relatief betere weer moet voorlopig nog steeds komen van momenten dat een uitloper van het Azorenhoog even over West-Europa komt te liggen. Op de hoogtekaarten is daar weinig van te merken en is de stroming overwegend westelijk (semi-zonaal). Een blokkade waarbij continentale lucht over ons land kan stromen voor langere tijd, heeft nooit een kans gezien en dat zal de komende 10 dagen ook niet gebeuren.
Op middellange termijn zijn er aanzetten dat er een opwarming komt (eerste decade van augustus) met dan maxima eerder rond 25 graden, maar het is maar de vraag of onweer dan niet de kop komt opsteken. Op lange termijn (2de en 3de decade augustus) lijkt het kwik volgens de ECMWF ensemble opnieuw rond of onder de normale waarde te zakken. Met andere woorden, ofschoon op die termijn de onzekerheid niet gering is, zijn er geen objectieve indicaties dat het in augustus nog spectaculair zou keren.
Is het nu echt zo'n slechte zomer tot nog toe?
Wanneer we de maand tot nu toe bekijken (hieronder), blijkt dat het kwik perfect in overeenstemming is met wat we in juli mogen verwachten. Tot nog toe bedraagt de gemiddelde maximumtemperatuur 22.8°C, terwijl dat normaal zo'n 23°C is. Dit mede te danken aan het warme weer van de voorbije week.
Toch is de perceptie bij de mensen negatief en vinden we het een kwakkelzomer. Dat heeft vooral te maken dat het weerbeeld zo wisselend is en een langdurige zomerse (stabiele) periode deze zomer uitblijft. Dat is goed te zien in de grafiek hiernaast waarbij de temperatuurafwijking van de gemiddelde dagtemperatuur sinds mei te zien is. We zien hierop duidelijk een snelle afwisseling van te warme en te koele periodes.
Wanneer we naar het neerslagverloop kijken (hieronder) blijkt een groot del van mei te droog geweest te zijn en sinds juni is het aan de (veel) te natte kant. Alles samen zorgt dat tot nu toe voor een 'normale' neerslaghoeveelheid gezien beide extremen elkaar opheffen.
Maar nemen we dus het wisselende weerbeeld, het gebrek aan zon (vooral in juni en juli) en de frequente buien, en we komen snel tot deze negatieve perceptie voor deze zomer.
